Bij de kunststroming van de inheemse kunst hadden wij het over maskers. Deze maskers moesten wij gaan inkleuren met verf. Omdat we nog nooit iets met goede materialen hadden geverfd kregen we een oefenblad waarmee we kleuren moesten mengen.
Toen mochten we twee indiaanse maskers in verven. Daarbij moest de ene helft van het masker met koude kleuren en de andere helft met warme kleuren geschilderd worden.
Bij masker twee moesten we twee kleuren kiezen die recht tegenover elkaar stonden in de kleuren cirkel. Je moest het masker daar afwisselend mee inkleuren. (zie afbeelding 1)
Ook moesten we met een fineliner een patroon tekenen. Dat patroon mocht je dan weer inkleuren met kleurpotlood. (voor resultaat zie afbeelding 2)
Daarna volgde een eindopdracht voor deze kunststroming. We gingen een masker maken met de volgende elementen: kleurcontrast (warm en koud), er moest een patroon inzitten en er moesten dingen van jezelf inzitten.
Ik vond dat een hele leuke opdracht omdat je zelf eigenlijk alles mocht schilderen.. Zolang je je maar aan de verplichte elementen hield. Ik had gekozen voor een hart, omdat ik wel een figuur vind dat bij me past. Die heb ik in geverfd met een soort van kleurenloper, omdat ik heel erg van felle kleuren hou. Het ene oog had ik als een traan en het andere oog als een zonnetje, omdat als iemand verdrietig is ik altijd wil proberen om die gene weer op te vrolijken. Als neus had ik een kruis (omdat ik gelovig ben) en daarin het rode kruis, omdat ik iets medisch wil worden. Als mond had ik een muziek rust, omdat ik toen dwarsfluit speelde. Als haar had ik muzieknootjes. Uiteindelijk vond ik dat hij best goed gelukt was. (voor resultaat zie afbeelding 3)
Maak jouw eigen website met JouwWeb